Al meer dan 45 jaar experts in diergezondheid
Wetenschappelijk onderbouwde producten
Persoonlijk advies op maat
3 min leestijd

Wat zijn de kosten voor (sub)klinische melkziekte op jouw bedrijf?

De kosten die ontstaan door verlies aan productie en verminderde diergezondheid, als gevolg van klinische en subklinische melkziekte zijn over het algemeen veel hoger dan gedacht. In deze blog leggen we uit hoe het kan dat deze verliezen zo hoog zijn en hoe de negatieve effecten te verminderen zijn.

11-02-21, laatste update 11-02-2021
melkziekte


De overgang van de droogstand naar de lactatie betekent voor melkkoeien een enorme fysiologische verandering: één van de grootste veranderingen is de calcium balans. Koeien die het niet lukt de bloed calcium concentratie op peil te houden zijn gevoeliger voor stofwisselingsziekten na het afkalven en een verminderde melkproductie.

Koeien die klinische melkziekte hebben zijn snel te herkennen: ze hebben duidelijke signalen van een flink tekort aan calcium, zoals niet kunnen staan en ze zijn koud.
Subklinische melkziekte komt veel vaker voor dan klinische melkziekte. Desondanks zijn de effecten van subklinische melkziekte zwaar onderschat: koeien staan gewoon, ze lijken normaal te functioneren, maar ze zijn veel minder efficiënt door het tekort aan calcium en daarmee zijn ze veel vatbaarder voor andere ziekten (zie hieronder).


Incidentie van klinische en subklinische melkziekte

In Duitsland (Venjakob et al. 2017) is bloedonderzoek van 1380 pas gekalfde koeien op 115 bedrijven uitgevoerd. De incidentie van klinische melkziekte was relatief laag: van 0% bij vaarzen tot 16,1% bij koeien die vier keer of vaker gekalfd hadden. MAAR de incidentie van subklinische melkziekte (calcium concentraties in het bloed lager dan 2,1 mmol/L) op diezelfde bedrijven, was veel hoger: van 14% bij vaarzen tot maar liefst 71% bij koeien die vier of meer keer gekalfd hadden. (Tabel 1).

Melkziekte

Lactatie 1

Lactatie 2

Lactatie 3

Lactatie ≥ 4

Calcium concentraties lager dan 2.1 mmol/L 32/228a
(14.0)
158/355b
(44.5)
211/332c
(63.6)
331/456d
(71.2)

Tabel 1: Incidentie (aantallen/totaal en percentage) van subklinische melkziekte 0 tot 48 uur na het kalven bij koeien in verschillende lactaties. Bron: Venjakob et al. 2017

a-d Verschillende superscripts binnen rijen verschillen, P < 0.05

 

Van het één komt het ander

(Subklinische) melkziekte heeft niet alleen tot gevolg dat koeien na het afkalven minder melk produceren, het is ook een belangrijke oorzaak van een aantal andere ziektes en gezondheidsproblemen, zoals mastitis, slepende melkziekte, aan de nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking, zuchtvorming, lebmaagdislocatie en vervette levers (ketose) (Horst et al., 1997. and Curtis et. al., 1985.)* .


Tabel 2: De geschatte kosten van gezondheidsproblemen bij melkkoeien:

Metabolische ziekte

Geschatte kosten/Geval

Melkziekte¹ €312
Subklinische melkziekte² €113
Lebmaagdislocatie³ €362-496
Slepende melkziekte (ketose)³ €71-82
Aan de nageboorte blijven staan³ €130-190
Baarmoederontsteking³ €157-166

 

Verborgen rendement

De verliezen die gepaard gaan met subklinische melkziekte zijn veel groter dan bij klinische melkziekte. Een publicatie van Oetzel (2012) met data van een studie daarvoor (Oetzel, 2011), in combinatie met de economische kosten bij klinische melkziekte (Guard 1996), laat zien dat de economische verliezen van subklinische melkziekte op gemiddelde melkveebedrijven wel vier keer zo hoog zijn dan het verlies dat gepaard gaat met klinische melkziekte. De reden hiervan is vrij simpel: subklinische melkziekte komt circa 10 keer zo vaak voor dan klinische melkziekte.

Tabel 3: De geschatte economische impact van klinische en subklinische melkziekte op een melkveebedrijf met 250 koeien:

 

Geschatte kosten per geval

% Gevallen

Aantal koeien per jaar

Totaal verlies per jaar

Klinische melkziekte

€312 6% 15 €4.680

Subklinische melkziekte

€113 60% 150 €16.950

 

Voorkomen is beter dan genezen

De beste manier om de kosten die voortkomen uit subklinische melkziekte is te voorkomen dat koeien subklinische melkziekte krijgen. Door het toevoegen van Animate (een geconcentreerd en zeer smakelijk product dat helpt de calcium metabolisme te verbeteren) aan droge koeien neemt het aantal gevallen van klinische, én subklinische melkziekte af. Met het toevoegen van Animate aan het rantsoen kunnen ook stofwisselingsziekten en andere gezondheidsproblemen die een relatie met melkziekte hebben, worden voorkomen. Het resulteert in een verbeterde prestatie van de koeien gedurende de kwetsbare transitie en daarmee in meer melk in de lactatie.

 

Meer weten?

Als je meer wilt weten over Animate en hoe het de gezondheid en de prestaties van je verse koeien kan verbeteren, neem dan contact met ons op. Met een vrijblijvende transitie check van één van onze Phibro expert kunt u het volgende verwachten:

  1. Analyse van de huidige situatie: We kijken samen naar de huidige situatie van jouw bedrijf, de koeien en beschikbare data?
  2. Opstellen van plan van aanpak: we ontwikkelen een melkziekte preventie protocol: we adviseren waar verbeteringen toegepast kunnen worden en hoe Animate kan helpen het potentieel van je veestapel volledig te benutten.
  3. Evaluatie: Aansluitend op ons advies, ondersteunen we je in de opvolging ervan en de evaluatie van de resultaten. Zo blijven we je begeleiden naar het optimale resultaat voor jouw melkveebedrijf.

Bronnen

* Horst et al., 1997. JDS.80:1269-1280
* Curtis et. al., 1985. JDS.68:2347-360
¹Cost per case from veterinary fees, drugs, labor, lost or discarded milk and culling (C. Guard, et al., 1996)
²Non-infectious diseases: Milk fever in Encyclopedia of Dairy Sciences. Vol. 2. F.J. W. Fuquay, P.F., McSweeney, P.L.H., ed. Academic Press, San Diego Oetzel 2011. Lost milk yield and direct costs associated with ketosis and displaced abomasum’s
³Liang, Di, “Estimating the Economic Losses from Diseases and Extended Days Open with a Farm-Level Stochastic Model” (2013). Theses and
Dissertations--Animal and Food Sciences. Paper 22. http://uknowledge.uky. edu/animalsci_etds/22. First value is for first parity animals and second value is for mature cows.

 

Arnout Dekker
Arnout Dekker
Arnout Dekker is de Marketing Manager Europa van Phibro en heeft 7 jaar ervaring als dierenarts. Hij heeft een passie voor koeien en de melkveehouderij. Boeren helpen met advies en bewezen producten om hun koeien gezond te houden, beter te produceren, winstgevender en duurzamer te zijn, is wat hem drijft en motiveert.

Wellicht ook interessant